Wat is de betekenis van ALGEWELD?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Algeweld

o., (dicht.) alles overweldigende, onweerstaanbare macht: God sprakde Heerser vielzijn algeweld had palen.

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Algeweld

('al) o. Dicht. alles overweldigende macht.

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

ALGEWELD

Algeweld o. (dicht.) alles overweldigende, onweerstaanbare macht: God sprak — de Heerscher viel — zijn algeweld had palen.

Gerelateerde zoekopdrachten