Akkertje
o. (-s), kleine akker ; — (scherts.) zitvlak.
Marc De Coster (2020-2025)
1. (1912) (Barg.) tehuis, ankerplaats: 'een akkertje vinden': plezierig thuis vinden. • Ellendig jammer alleen dat het zoo smoorheet was .... Tòch moest hij zijn akkertje vinden vandaag, al wroegde er nog zooveel onrustigs in hem. (Israël Querido: De Jordaan. 1912) • Welneenet!... onderbrak Peet oolijk... Jij bint monsiejeur...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Wiktionary (2019)
akkertje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord akker
Getty Research Institute (1990)
akkertje - Kleine stukjes omheind land, meestal bij een woonhuis, die worden gebruikt om planten te verbouwen of als weidegrond voor dieren.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: