Wat is de betekenis van Aise, aisé?

2025-07-28
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Aise, aisé

I. 1. gemak; 2. blijdschap, vreugde; aises, gemakken des levens; aimer ses aises, van zijn gemak houden; à l’aise, op zijn gemak, gemakkelijk; welgesteld, in goede doen; à votre aise, zoals ge wilt (geneer u niet); être à son aise, op zijn gemak zijn; zich prettig voelen; in goede doen zijn; vous en parlez à...