Wat is de betekenis van ai, aai?

2025-07-22
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ai, aai

1. tw.: uiting van smart of verdriet, van pijn: ai daar stoot ik mijn knie! 2. o.: zijn ai was aanstellerig. 3. m. ai s (dierk. tandeloos zoogdier); zie luiaard en traagloper.