Agréable, agréablement
aangenaam, prettig; vriendelijk; knap, innemend [v. personen]; fraai [v. zaken]; agréable à Dieu, Gode welgevallig; avoir pour agréable, goedvinden, toestaan; faire l’agréable, zoeken te behagen, lief doen.
Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)
aangenaam, prettig; vriendelijk; knap, innemend [v. personen]; fraai [v. zaken]; agréable à Dieu, Gode welgevallig; avoir pour agréable, goedvinden, toestaan; faire l’agréable, zoeken te behagen, lief doen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: