Agnosticisme
(<Gr.), o., (wijsbeg.) de inz. door Spencer en Huxley ontwikkelde leer, dat wij de eerste oorzaak der dingen (God, het absolute) niet kunnen kennen.
Van Dale Uitgevers (1950)
(<Gr.), o., (wijsbeg.) de inz. door Spencer en Huxley ontwikkelde leer, dat wij de eerste oorzaak der dingen (God, het absolute) niet kunnen kennen.
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[v. Gr. agnoostos = onkenbaar, van a- = niet, en gignooskein = weten; gevormd door de Engelse bioloog en arts Thomas Henry Huxley (1825-1895)] (fil.) 1 opvatting dat men buiten de ervaringskennis (empirie, z.a.) niets met zekerheid kan weten; 2 (bij uitbreiding) houding ten opzichte van godsdienst:...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Begrippen, stromingen, denkers (2017)
De agnosticus wil zich niet uitspreken over het mogelijk bestaan van een boven-zintuiglijke werkelijkheid, en acht kennis daarvan voor de mens onmogelijk. Het agnosticisme richt zich vooral tegen de mogelijkheid van metafysica en van elke vorm van kennis van God. Het begrip werd het eerst in deze zin gebruikt door Th.H. Huxley (1869).
Getty Research Institute (1990)
agnosticisme - Leer die het mogelijke bestaan van God bevestigt, maar ontkent dat er voldoende redenen zijn om dit wel of niet te kunnen bewijzen.
Prof. dr. J.C. Groot (1955)
is de leer, dat bovenzinnelijke dingen, meer bepaald God, zijn bestaan, zijn wezen, onkenbaar zouden zijn. Bij de Grieken zeiden de sofisten, dat men over de goden niets kan weten, noch of ze er zijn, noch of ze er niet zijn. In de moderne filosofie is agnosticisme de leer, die ontkent, dat er wetenschappelijke uitspraken mogelijk zijn over het tra...
Winkler Prins (1949)
Gr. (a = zonder; gnosis = kennis), een wijsgerige richting, die meent dat de mens over geen enkele zaak iets zeker kan weten; een aanhanger van het A. wenst bijv. over het Godsbestaan geen oordeel uit te spreken.
E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)
heet een standpunt in de wijsbegeerte, dat niet, zoals het skepticisme, de mogelijkheid van alle ware kennis in twijfel trekt, maar stelt, dat deze omtrent de diepste dingen, zoals de metaphysische aard van het absolute, de eigenschappen van God enz. niet mogelijk is, zodat het nuttiger is zich bewust tot het willen kennen der ervaringsgegevens te...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: