Agiteeren
Agiteeren - (Fr. agiter), opruien, onrust doen ontstaan, zenuwachtig maken. Geagiteerd, zenuwachtig, gejaagd. Hierbij agitatie, beweging, onrust, dikwijls gebruikt van staatkundige beroering.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Agiteeren - (Fr. agiter), opruien, onrust doen ontstaan, zenuwachtig maken. Geagiteerd, zenuwachtig, gejaagd. Hierbij agitatie, beweging, onrust, dikwijls gebruikt van staatkundige beroering.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
J. Kramer (1908)
een beweging tegen iets in het leven roepen, spanning doen ontstaan, onrust teweegbrengen, gisting veroorzaken, handelend optreden, met klem zich doen gelden.
J.H. van Dale (1898)
Agiteeren (agiteerde, heeft geagiteerd), aandoen, verontrusten; spanning brengen; opruien, aanzetten, aansporen; — bn. hij is zeer geagiteerd, gejaagd; — bw. hij spreekt zeer geagiteerd.
I.M. Calisch (1864)
agiteeren - bw. gel., aandoen, verontrusten, gisting □, spanning veroorzaken; opruien, aanzetten, aansporen
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: