Wat is de betekenis van AGITEEREN?

2025-07-25
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Agiteeren

Agiteeren - (Fr. agiter), opruien, onrust doen ontstaan, zenuwachtig maken. Geagiteerd, zenuwachtig, gejaagd. Hierbij agitatie, beweging, onrust, dikwijls gebruikt van staatkundige beroering.

2025-07-25
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

agiteeren

agiteeren - verontrusten, opwinden, tot iets prikkelen of aansporen.

2025-07-25
Handelslexicon

J. Hagers (1910)

Agiteeren

Agiteeren - verontrusten, bewegen, handelen.

2025-07-25
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Agiteeren

een beweging tegen iets in het leven roepen, spanning doen ontstaan, onrust teweegbrengen, gisting veroorzaken, handelend optreden, met klem zich doen gelden.

2025-07-25
Wink's vreemde woordenboek

dr. Jan Romein (1906)

Agiteeren

zenuwachtig maken, opruien, in beweging brengen.

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

AGITEEREN

Agiteeren (agiteerde, heeft geagiteerd), aandoen, verontrusten; spanning brengen; opruien, aanzetten, aansporen; — bn. hij is zeer geagiteerd, gejaagd; — bw. hij spreekt zeer geagiteerd.

2025-07-25
Beknopt kunstwoordenboek

I.M. Calisch (1864)

agiteeren

agiteeren - bw. gel., aandoen, verontrusten, gisting □, spanning veroorzaken; opruien, aanzetten, aansporen

Gerelateerde zoekopdrachten