Wat is de betekenis van aggregeert?

2025-07-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

aggregeert

aggregeert - Werkwoord 1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aggregeren ♢ Jij aggregeert 2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aggregeren ♢ Hij aggregeert 3. verouderde gebiedende wijs meervoud van aggregeren ...

Gerelateerde zoekopdrachten