Wat is de betekenis van AFWEENEN?

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

AFWEENEN

Afweenen (weende af, heeft afgeweend), (dicht.) een tijd tot het einde toe in stille smart en tranen slijten: thans sta ik daar mijn nutteloos leven af te weenen; — zich afweenen, door voortdurende stille smart en geschrei uitgeput raken zij is geheel afgeweend.

Gerelateerde zoekopdrachten