Wat is de betekenis van aftrok?

2025-07-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

aftrok

aftrok - Werkwoord 1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aftrekken ♢... dat ik aftrok ♢... dat jij aftrok ♢... dat hij, zij, het aftrok

2025-07-29
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

aftrok

Aftrek (in versch. bet.); vaak in de verb. (veel) aftrok hebben, vinden. Die brochures hebben veel aftrok. Na aftrok van het gestorte voorschot blijft nog 5000 fr. te betalen, Keurig Ndl. 1973, 32. Daar de brug op de grens Katelijne en Duffel ligt, zullen beide gemeentebesturen, na aftrok van de subsidies der hogere besturen, elk de...

Gerelateerde zoekopdrachten