Wat is de betekenis van Afstraffing?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Afstraffing

v. (-en).

2025-07-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

afstraffing

(1969) (sport) het toebrengen of ondergaan van een grote nederlaag. Tevoren vooral een krijgsterm. • Ineens was er weer paniek in de Limburgiaploeg, welke in de eerste helft vrijwel niet van dit gehavend team geweken was. De defensie werd zeer onzeker. Heerenveen rook zijn kans. Zwart zorgde voor de afstraffing. (Limburgsch dagblad, 31/03/1969...

2025-07-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

afstraffing

afstraffing - Zelfstandignaamwoord 1. een grote nederlaag ondergaan Het was een furieuze stadsderby, vol dramatiek, begonnen in de lentezon, eindigend in de stromende regen. Sparta dat met het mes tussen te tanden opende, gebrand op revanche na de 6-1 afstraffing eerder dit seizoen in de Kuip. ‘Feyen...

2025-07-25
Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Afstraffing

Afstraffing - in de sport: het toebrengen of ondergaan van een grote nederlaag. → afstraffen. Na de twee eerdere afstraffingen tegen Ajax (0-3 en 0-5) hielden ze in Rotterdam absoluut geen rekening met een derde vernedering. HP/De Tijd, 14-03-93 Direct na de afstraffing tegen Stich (6-3,6-2 en 6-4 in anderhalf uur) keek Henman even in de spiegel....

2025-07-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Afstraffing

s., ôfstraffing, rabbelemint (it).

2025-07-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)