Wat is de betekenis van afsnoeren?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Afsnoeren

(snoerde af, heeft afgesnoerd), door insnoering scheiden van — ; afbinden.

2025-07-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

afsnoeren

afsnoeren - Werkwoord 1. met een snoer afbinden Woordherkomst samenstelling van af en snoeren

2025-07-25
Oosthoek Encyclopedie supplement

Oosthoek (1972)

Afsnoeren

(snoerde af, heeft afgesnoerd), 2. beperken, indammen, m.n. door belemmerende maatregelen.

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

afsnoeren

(snoerde af, heeft afgesnoerd) 1. door insnoeren ervan scheiden. 2. met een snoer enz. afbinden.

2025-07-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)