Wat is de betekenis van afscheidbaar?

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Afscheidbaar

bn.,(w. g.) afgescheiden kunnende worden, (vgl. onafscheidbaar); — vroeger in de spraakk. voor scheidbaar.

2025-07-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

afscheidbaar

afscheidbaar - Bijvoeglijk naamwoord 1. van een ruimte dat je het kunt afsluiten, afgrenzen van een andere ruimte Doormiddel van deze schuifwand kunnen we van deze zaal twee afscheidbare ruimtes maken. Woordherkomst afleiding van Naamwoord van handeling afscheiden met het achtervoe...

2025-07-23
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Afscheidbaar

heet in de intuïtionistische verzamelingsleer een deelsoort M van N, indien er een middel is om van ieder element van N te zeggen óf dat het tot M behoort, óf dat het niet tot M behoort.

2025-07-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

afscheidbaar

(af'scheid) bn. (...bare) kunnende afgescheiden worden.

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Afscheidbaar

AFSCHEIDBAAR, bn. (w. g.) afgescheiden kunnende worden, geschikt om te worden afgescheiden, (vgl. onafscheidbaar) van iets waarmede het verbonden is; — vroegere spraakkunstige term waarvoor men nu scheidbaar zegt.