Wat is de betekenis van afschakelen?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Afschakelen

(schakelde af, heeft afgeschakeld), 1. (een ketting) schakel voor schakel vieren of loos geven, het tegenovergestelde van opschakelen ; 2. bij schakels losmaken, het tegendeel van aaneenschakelen.

2025-07-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

afschakelen

afschakelen - Werkwoord 1. (ov) loskoppelen van het elektriciteitsnet, andere stroombron, het internet e.d. De machine werd uit voorzorg afgeschakeld alvorens reparaties uit te voeren. 2. (ov) overdrachtelijk buitenspel zetten Woordherkomst samenstelling van af en schakelen

2025-07-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

afschakelen

('af) (schakelde af, heeft afgeschakeld) het aaneengeschakelde losmaken : een wagon –.

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Afschakelen

AFSCHAKELEN, (schakelde af, heeft afgeschakeld), (kettingen) vieren of loos geven; — los maken wat met een ketting verbonden was; het tegenovergestelde van opschakelen, aaneenschakelen.

2025-07-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-27
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)