Afschakelen
(schakelde af, heeft afgeschakeld), 1. (een ketting) schakel voor schakel vieren of loos geven, het tegenovergestelde van opschakelen ; 2. bij schakels losmaken, het tegendeel van aaneenschakelen.
Van Dale Uitgevers (1950)
(schakelde af, heeft afgeschakeld), 1. (een ketting) schakel voor schakel vieren of loos geven, het tegenovergestelde van opschakelen ; 2. bij schakels losmaken, het tegendeel van aaneenschakelen.
Wiktionary (2019)
afschakelen - Werkwoord 1. (ov) loskoppelen van het elektriciteitsnet, andere stroombron, het internet e.d. ♢ De machine werd uit voorzorg afgeschakeld alvorens reparaties uit te voeren. 2. (ov) overdrachtelijk buitenspel zetten Woordherkomst samenstelling van af en schakelen
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
J.H. van Dale (1898)
AFSCHAKELEN, (schakelde af, heeft afgeschakeld), (kettingen) vieren of loos geven; — los maken wat met een ketting verbonden was; het tegenovergestelde van opschakelen, aaneenschakelen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: