Afroffelen
(roffelde af, heeft afgeroffeld), ten einde roffelen (op de trom).
M. J. Koenen's (1937)
roffelde af, heeft afgeroffeld; 1. hout ontdoen van de ruigste oneffenheden met de roffelschaaf: planken, balken afroffelen; 2. ruw en slordig iets afwerken: het werk afroffelen.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Jozef Verschueren (1930)
('af) (roffelde af, heeft afgeroffeld) 1. van de ruigste oneffenheden ontdoen : balken –. 2. achteloos afmaken : zijn huiswerk –. 3. met roffeling afgelasten. 4. een uitbrander geven.
Fokko Bos (1914)
afroffelen - ruw aantasten met woorden; duchtig doorhalen; een schrobbeering geven; ook: een werk vluchtig en slordig afmaken.
J.H. van Dale (1898)
Het begrip afroffelen heeft 2 verschillende betekenissen: 1. afroffelen - AFROFFELEN, (roffelde af, heeft afgeroffeld), (ruwe stukken hout, als planken, ribben enz.) de ruigste oneffenheden en vezels van de oppervlakte met de roffelschaaf wegnemen : die planken moeten afgeroffeld worden; — voldoende met de roffelschaaf bewerken : wanneer dez...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: