afroept
afroept - Werkwoord 1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afroepen ♢... dat jij afroept 2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afroepen ♢... dat hij afroept
Wiktionary (2019)
afroept - Werkwoord 1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afroepen ♢... dat jij afroept 2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afroepen ♢... dat hij afroept
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: