Wat is de betekenis van afraggen?

2025-07-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

afraggen

1. (19e eeuw) (inf.) snel afhandelen; onzorgvuldig afwerken; haastig en slordig afmaken. • Een onnoemelijk aantal amendementen is ingediend, zoodat de beraadslaging niet alleen levendig maar ook van langen duur zal worden, tenzij de tory-regeering haar met snellen spoed door middel van closure enz. wil afraggen. (Middelburgsche courant, 04/06/...

2025-07-28
Jargon & Slang van Wielrenners

Marc De Coster (2017)

Afraggen

Afraggen - (gezegd van een koers) op een tamelijk ruwe wijze uitrijden.

2025-07-28
Wielerwoordenboek

Fons Leroy en Wim van Rooy (2010)

afraggen

afraggen: een koers onbehouwen hard uitrijden.

2025-07-28
Groot wielerwoordenboek

Marc de Coster (2009)

afraggen

Hard rijden; onbehouwen te werk gaan. Gezegd van een koers: op tamelijk ruwe wijze uitrijden. Je denkt toch niet dat ik gek ben? Me te gaan zitten afraggen op die fiets? (Leeuwarder Courant, 22/12/1992)

2025-07-28
Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

afraggen

(ov ww; ragde af; h. afgeragd) - onbehouwen hard uitrijden: een kermiskoers afraggen.

Gerelateerde zoekopdrachten