Wat is de betekenis van Afmarsch?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Afmarsch

AFMARSCH, m. (van krijgsvolk) aftocht, marsch van de plaats af, inz. het verlaten van een bezet punt: de troepen maken zich tot den afmarsch gereed.

Gerelateerde zoekopdrachten