Wat is de betekenis van afmarcheerde?

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

afmarcheerde

afmarcheerde - Werkwoord 1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afmarcheren ♢... dat ik afmarcheerde ♢... dat jij afmarcheerde ♢... dat hij, zij, het afmarcheerde

Gerelateerde zoekopdrachten