Wat is de betekenis van afloopt?

2025-07-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

afloopt

afloopt - Werkwoord 1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aflopen ♢... dat jij afloopt 2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aflopen ♢... dat hij afloopt