Wat is de betekenis van Aflachen?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Aflachen

(lachte af, heeft afgelachen), 1. zich door lachen vermoeien, zich slap lachen; 2 .er is die avond wat afgelachen, zeer veel gelachen.

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

aflachen

('af) (lachte af, heeft afgelachen) 1. veel lachen. 2. zich -, zich door lachen afmatten.

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Aflachen

AFLACHEN, (lachte af, heeft afgelachen), zich door lachen vermoeien, zich slap lachen; er is dien avond wat afgelachen. zeer veel gelachen.

Gerelateerde zoekopdrachten