Wat is de betekenis van Afkortingen I?

2025-07-24
Levende taal verklarend woordenboek

T. Pluim (1921)

Afkortingen I

ib. of ibid.: ibidem = op de zelfde plaats, bladzij, i. b. d.: in buitengewonen dienst (bijv. een kamerheer, id.: idem = dezelfde, hetzelfde. Impr.: imprimatur = het worde gedrukt (goedkeuring om iets af te drukken : bijv. een proef; ook de goedkeuring der hooge geestelijkheid.) inch: inclusief = mede inbegrepen, ingesloten. inf.: Infanterie....