Afknarpen
(knarpte af, heeft afgeknarpt), 1. (beenderen) met een knarsend of krakend geluid beknauwen, en daardoor ontdoen van het vlees enz. dat er aan zit; 2. op slinkse of arglistige en inhalige wijze van iemand of uit iets verkrijgen: hij weet van alles wat af te knarpen.