Wat is de betekenis van Afhouwertje?

2025-07-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

afhouwertje

(1934) (zeem.) leerling-matroos op een vissersboot. • 'k Gaan me verhuren op de logger. Kees z'n oue schipper heb 'n plek vrij voor 'n afhouwertje en 'n reepschieter. (Jef Last: Zuiderzee. 1934) • Hij, Kootje, had op z'n veertiende jaar al als afhouertje op een logger geze-ten.... (Willem van Iependaal: Beh...

2025-07-28
Jargon & Slang van Matrozen en mariniers

Marc De Coster (2017)

Afhouwertje

Afhouwertje - leerling-matroos op een vissersvaartuig. . .. de KW 207, waarop hij als afhouwertje zijn zeemansloopbaan is begonnen. - K. Norel, Bij de marine (1983) ​

Gerelateerde zoekopdrachten