Wat is de betekenis van Afhoereren?

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Afhoereren

(hoereerde af, heeft afgehoereerd), (bijb.) van God afhoereren, Hem ontrouw worden door zich aan de dienst van valse goden over te geven.

Gerelateerde zoekopdrachten