Afgraven
(groef af, heeft afgegraven), 1. door ’t graven van een scheiding (greppel, sloot of gracht) afzonderen ; 2. door graven wegnemen, zodat de ondergrond bloot komt: een veenlaag, geestgrond af graven ; — door weggraven lager of vlak maken: een duin, een weg afgraven; 3. de vereiste helling (aan het zijvlak van een aardwerk...