Wat is de betekenis van Affe?

2025-07-26
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Affe

aap; ransel; rugzak; roes; vom blauen Affen gebissen sein, van Lotje getikt zijn; einen Affen an einem gefressen haben, dol zijn op iemand; sich einen Affen kaufen, zich een roes drinken.