Wat is de betekenis van afdaling?

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Afdaling

v. (-en), daad van afdalen.

2025-07-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

afdaling

afdaling - Zelfstandignaamwoord 1. het naar beneden gaan vanaf een hogere plek/hoogte De afdaling is een belangrijke discipline bij skiën. Woordherkomst Naamwoord van handeling van afdalen met het achtervoegsel -ing

2025-07-29
Wielerwoordenboek

Fons Leroy en Wim van Rooy (2010)

afdaling

afdaling: een van de meest onderschatte onderdelen van een wielerwedstrijd, wegens de opperste concentratie die hierbij vereist is en het lichaam dat min of meer verkrampt op de fiets zit. 'De snelste krijgt een kwieke trui/en wie het allersnelst kan dalen, /die krijgt een kist en klokgelui,' zo sprak terecht de dichter Levi Weemoedt; zich als een...

2025-07-29
Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

afdaling

(de; -en) - het afdalen van een helling, bv. tijdens een bergetappe.

2025-07-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

afdaling

v. (-en) het afdalen : een maken op ski’s.

2025-07-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Afdaling

af'daling, v. (-en), het afdalen; (skisport) wedstrijd waarbij een uitgezocht traject in de kortst mogelijke tijd moet worden afgelegd; (godsdienstwetenschap) het zeer tijdelijk op aarde afdalen van goddelijke wezens in een dieren- of mensengestalte . De afdaling geschiedde om een bepaald werk te doen (avatara). Als zodanig is de term te onder...

2025-07-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-29
Woordenboek Nederlands - Marokkaans Arabisch

Jan Hoogland, Roel Otten | AUP Amsterdam Univerisity Press