Afboeren
(boerde af, heeft afgeboerd), 1. (van een boer) zich afboeren, achteruitboeren, aan lagerwal komen ; 2. (bij natuursteen) afspringen (van scherpe hoeken).
Van Dale Uitgevers (1950)
(boerde af, heeft afgeboerd), 1. (van een boer) zich afboeren, achteruitboeren, aan lagerwal komen ; 2. (bij natuursteen) afspringen (van scherpe hoeken).
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
afboeren - af'boeren (boerde af, heeft afgeboerd), 1. (van een boer) zich achteruitboeren, aan lager wal komen; 2. (bij natuursteen en andere steen- of glasachtige materialen) afbrokkelen of afschilferen (van scherpe hoeken) . Ter voorkoming van af boeren worden de hoeken van natuursteen niet scherper gemaakt dan 90° en brengt men tussen opgelegde...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: