Wat is de betekenis van Afbabbelen?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Afbabbelen

(babbelde af, heeft afgebabbeld), al babbelende afhandelen, ten einde toe bepraten: konden we alles eens op ons gemak afbabbelen.

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

afbabbelen

('av) (babbelde af, heeft afgebabbeld) 1. al babbelend afdoen : een zaak 2. veel babbelen. heel wat -.

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Afbabbelen

AFBABBELEN (babbelde af, heeft afgebabbeld), al babbelende afhandelen : konden we alles eens op ons gemak afbabbelen; — wat hebben ze veel af te babbelen zeer veel te babbelen, bepraten hebben.

Gerelateerde zoekopdrachten