Wat is de betekenis van Aelfric?

2025-07-25
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Aelfric

bijgen. Grammaticus (ca 955-ca 1020), de grootste Oudengelse prozaschrijver, was geleerde, abt, docent, schreef in Oudengels en Lat. belangrijke opvoedkundige en Chr.-doctrinaire werken.

2025-07-25
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Aelfric

bijgenaamd Grammaticus, de grootste van de Oudengelse prozaschrijvers (± 955 ± 1020), werd opgevoed door bisschop Aetheiwold in diens beroemde kloosterschool te Winchester. In 987 werd hij benoemd tot novicen-meester te Cerne Abbas in Dorset en in 1005 tot den eersten abt van Eynsham in Oxfordshire. Hoewel evenals Beda een geleerde &m...

2025-07-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Aelfric

Aelfric, bijg. Grammaticus, Angelsaksisch schrijver, *ca. 955, ✝ca. 1012. Aelfric was de eerste abt van het benedictijnenklooster te Eynsham (bij Oxford), en de belangrijkste prozaschrijver van zijn tijd, vooral bekommerd om de religieuze opvoeding van zijn volk. Hij schreef o.a. Catholic homilies (twee reeksen preken), Lives of Saints, vaak in all...

2025-07-25
Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Aelfric

een geleerde benedictijner monnik in het klooster Abingdon in de tweede helft der 10e eeuw, in den angelsaksischen tijd, onder den beroemden bisschop Dunstan, die al het mogelijke deed om het Roomscii-katholicismus in Engeland tot hecrschende kerk te maken. Aelfric schreef, ten behoeve der bencdictijner-scholen, een latijnschsaksisch glossarium, ee...