Wat is de betekenis van Achterklapper?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Achterklapper

m. (-s).

2025-07-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

achterklapper

1) (1925) (Barg.) achterkamer. Kijk ook onder klapper*. • Een vaste burcht is onze God, zong de Diaak;... jawel, al had je maar vast een achterklapper en een hanebalk voor je hijschtouw. (Israël Querido: De Jor-daan: Amsterdamsch epos. Deel 4: Mooie Karel. 1925) • (E.G. van Bolhuis: De Gabbertaal. 1937) 2) (1974) (Gent, sch.)...

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Achterklapper

ACHTERKLAPPER, m. (-s); ACHTERKLAPSTER, v. (-s).