Wat is de betekenis van achteringang?

2025-07-23
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

achteringang

(1980) (euf.) anus (meestal om te penetreren). Syn.: achterdeur*; artiesteningang*. • ‘Laten we zacht zijn voor elkander, kinderen, siste het uit een van zijn met lachrimpeltjes omgeven openingen, laten we zacht zijn voor elkaar en vanonder zijn soepjurk toverde hij als een grootmoeder uit haar snoeptrommel een zetpil tevoorschijn, o zo...

2025-07-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

achteringang

achteringang - Zelfstandignaamwoord 1. ingang aan de achterzijde van een gebouw, vaak minder representatief dan de hoofdingang De hoofdingang van het kantoor heeft als doel indruk te maken op bezoekers, de achteringang is bestemd voor het personeel. Woordherkomst samenstelling van...