Wat is de betekenis van accumuleren?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Accumuleren

(accumuleerde, heeft geaccumuleerd), (<Fr.), opeenhopen, opeenstapelen.

2025-07-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

accumuleren

accumuleren - Werkwoord 1. (ov) opstapelen, verzamelen, opeenhopen, ophopen. In deze periode accumuleerde de economie veel meer kapitaal dan daarvoor. 2. ergatief zich ophopen Daar accumuleerde weer meer sneeuw en ijs in, waardoor het proces versterkt wer...

2025-07-24
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Accumuleren

[Lat. accumulare, van ad = bij, en cumulare = ophopen; cumulus = hoop] opstapelen, opeenhopen.

2025-07-24
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Accumuleren

(akkumuleren) opeenhopen

2025-07-24
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Accumuleren

opeenhopen, verzamelen, bijeenschrapen

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

accumuleren

geaccumuleerd (Fr.) [Lat. accumulare v. cumulus = hoop]: opeenhopen. (cc = kk).

2025-07-24
Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

accumuleren

accumuleren leenwoord Zie: accumulator

2025-07-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-24
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)