Abstreifen
afstropen, villen; uittrekken, afleggen; afzoeken, afpatrouilleren; Beeren abstreifen, bessen rissen; die Handschuhe abstreifen, de handschoenen uittrekken; einen Verfolger abstreifen, een vervolger afschudden; vom Wege abstreifen, afdwalen.