Wat is de betekenis van Abstĭnĕo?

2025-07-28
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Abstĭnĕo

tĭnŭi, tentum (2), afhouden, b.v. van spijs, ook absol. = op diëet zetten, laten vasten; excommuniceren. | refl., abstinere se en alleen abstinere, zich weerhouden, zich onthouden, Cic., vand. = onaangetast laten, sparen, praedā, Liv.

Gerelateerde zoekopdrachten