Wat is de betekenis van Absolutisme?

(<Fr.), o., volstrektheid van gelding of gezag, inz. onbeperkte heerschappij van de souverein, niet gebonden aan constitutie of andere wetten.

Absolutisme was in de zeventiende en achttiende eeuw de overheersende staatsvorm in Maastricht. Het stadsbestuur, vertegenwoordigend het gezag van de vorst, bezat onbeperkte macht en was alleen verantwoording schuldig aan God. De stad werd geregeerd door een kaste van regenten die onderling gekozen werden en geen kritiek duldden. Elke afwijking van...

Absolutisme is een bestuurs- of regeringsvorm waarbij één persoon, een vorst of koning, de volledige regerende macht heeft. Bij absolutisme behoeft deze persoon geen verantwoording af te leggen en is zelf ook niet aan wetten gebonden. Absolutisme kwam in vroeg modern Europa nog voor, maar tegenwoordig zijn er in de gehele wereld vrijw...

absolutisme - Zelfstandignaamwoord 1. (politiek) onbeperkte alleenheerschappij van de soeverein ♢ Vroeger heerste er in sommige landen absolutisme. Woordherkomst afgeleid van absoluut met het achtervoegsel -isme Verwante begrippen absolutistisch, absolutist, despotisme, dict...

Van absolutisme is in juridische zin sprake wanneer alle overheidsbevoegdheden aan één overheidsambt toekomen of wanneer zij alle tot één overheidsambt te herleiden zijn. Nederland heeft als zelfstandige staat geen absolutisme gekend. Ten tijde van de Republiek was het land een statenbond van zeven provincies. Het centra...

Vorm van bestuur waarbij de koning alle macht heeft.

[Fr.) alleenheerschappij zonder verantwoording in de staat door de vorst, of van de staat door haar regeringsstelsel.

onbeperkte heerschappij

regeringsvorm waarbij de vorst absoluut alles te bevelen heeft; de periode van het absolutisme is 1600-1800. De Franse Revolutie luidde het democratische tijdperk in (1789): gekozen parlement, verantwoordelijke ministers.