Abrikoosje
o. (-s), 1. kleine abrikoos; 2. een abrikoosje drinken, een glaasje met ingemaakte abrikozen.
Van Dale Uitgevers (1950)
o. (-s), 1. kleine abrikoos; 2. een abrikoosje drinken, een glaasje met ingemaakte abrikozen.
Wiktionary (2019)
abrikoosje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord abrikoos
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: