Wat is de betekenis van aboeng?

2025-07-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

aboeng

(1974) (ook: abun) (< Sur.) goed, ok, in orde. Vgl. boeng*. • Ozo?, is je man no? Wel aboeng vrouw! Ik ga nu weg, en ik zal me enige tijd terugtrekken. (Vrije Stem: onafhankelijk weekblad voor Suriname, 10/09/1974) • Maar aboeng, vrouw, zei moeder Martha terwijl ze opstond om naar huis te gaan, wan Gado dé I. Laten we kijken w...

2025-07-27
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Aboeng

Aboeng - landschap in de Lampongsche districten (Z. Sumatra), bewoond door de Aboengers of Orang Aboeng, die in zeden en gewoonten verschillen met de hen omringende Lampongers. Zie LAMPONGSCHE DISTRICTEN.

Gerelateerde zoekopdrachten