Wat is de betekenis van Abactis?

(19e eeuw) (stud.) secretaris. • Als hij het instrument gebruikte, klopte elk hamertje op den juisten toon. In het studiejaar 1856-1857 waren wij beiden in den studenten-senaat gekozen: hij als abactis, niemand kon hem dit betwisten, ik als rector. (H.P.G. Quack: Beelden en groepen. 1892) • Op een dispuut zat jong en oud door elkaar, zel...

abactis - Zelfstandignaamwoord 1. secretaris Woordherkomst uit het Latijn

Abactis - (Lat.) secretaris. Zijn toon week opvallend af van het plechtige requisitor van de abactis. - Kees van der Pijl, Esprit de Corps (1989) Een jaarclub bestuur bestond altijd alleen maar uit een president, een abactis en een fiscus. . . - Boudewijn van Houten, De ontgroening (1971) ​

[v. Lat. ab = van, en acta = akten, handelingen] secretaris van univ.; secretaris van studentenvereniging.

secretaris van een studentenvereniging

m. abactissen (Lat. secretaris).

(Lat.), secretaris.

(Lat. = vanwege de acten), iemand, die belast is met het samenstellen van acta. Abactis senatus, de magistraat onder het Rom. keizerrijk, die de redactie had der acta senatus. zie Acta. Ook: in studentenvereenigingen: de secretaris.

(ab’aktis) m. en v. (-sen) [Lat. (die staat) voor de verslagen] schrijver, schrijfster, sekretaris, sekretaresse.