Wat is de betekenis van aartshertog?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Aartshertog

m. (-en), hertog van hogere rang; titel der prinsen uit het Keizerlijk huis van Oostenrijk ; — (gesch.) de Aartshertogen: Aartshertog Albert van Oostenrijk, landvoogd der Spaanse Nederlanden en zijn vrouw Isabella Clara Eugenia van Spanje.

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

aartshertog

aartshertog - Zelfstandignaamwoord 1. een keizerlijke prins in het vroegere Oostenrijk-Hongarije Kinderen uit morganitische huwelijken zijn geen aartshertogen maar Graaf of Gravin van Habsburg. Woordherkomst Afgeleid van hertog met het voorvoegsel aarts-

2025-07-28
Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Aartshertog

Titel van de prinsen van het Habsburgs-Oostenrijkse huis; de Aartshertogen. → Albrecht. aartshertog van Oostenrijk en →Isabella Clara Eugenia gedurende hun regering over dc Zuidelijke Nederlanden 1598—1621.

2025-07-28
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

aartshertog

hertog van hoër rang.

2025-07-28
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Aartshertog

hertog van hogere rang, in het bijz. titel der prinsen van het Keizerlijk Huis van Oostenrijk. De 4 .-en, benaming voor Albertus van Oostenr. (1559-1624) en zijn vrouw Isabella van Sp. als regeerders over de Zuidelijke Nederlanden.

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

aartshertog

m. -en, hertog van hoge rang: de titel der prinsen uit het huis van Oostenrijk was aartshertog.

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

aartshertog

('a:rts) m. (-en) 1. Algm. hertog van hogere rang. 2. Inz. titel der prinsen uit het Keizerlijk Huis van Oostenrijk.

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

aartshertog

aartshertog - aarts'hertog, m. (-en), titel van de prinsen van het Habsburgs-Oostenrijkse huis; de Aartshertogen, Albrecht, aartshertog van Oostenrijk en Isabella Clara Eugenia gedurende hun regering over de Zuidelijke Nederlanden 1598-1621.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Aartshertog

AARTSHERTOG, m. (-en), hertog van hoogeren rang; thans de titel der prinsen uit het Keizerlijk huis van Oostenrijk; — (gesch.) de Aartshertogen ; Aartshertog Albert van Oostenrijk, landvoogd der Spaansche Nederlanden en zijne vrouw Isabella Clara Eugenia van Spanje.