Wat is de betekenis van aantrok?

2025-07-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

aantrok

aantrok - Werkwoord 1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aantrekken ♢... dat ik aantrok ♢... dat jij aantrok ♢... dat hij, zij, het aantrok

2025-07-24
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

aantrok

zie aantrek.