Aansprekelijk
bn., 1. (veroud.) aansprakelijk; 2. (Zuidn.) aan te spreken : die man is niet aansprekelijk.
Van Dale Uitgevers (1950)
bn., 1. (veroud.) aansprakelijk; 2. (Zuidn.) aan te spreken : die man is niet aansprekelijk.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: