Wat is de betekenis van aanspreekt?

2025-07-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

aanspreekt

aanspreekt - Werkwoord 1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanspreken ♢... dat jij aanspreekt 2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanspreken ♢... dat hij aanspreekt