Wat is de betekenis van aanspoor?

2025-07-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

aanspoor

aanspoor - Werkwoord 1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aansporen ♢... dat ik aanspoor

2025-07-25
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

aanspoor

aangespoor; met spore aanjaag; prikkel; aanmoedig.