Wat is de betekenis van aanspijkeren?

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Aanspijkeren

(spijkerde aan, heeft aangespijkerd), met spijkers vasthechten aan.

2025-07-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

aanspijkeren

('a:n) (spijkerde aan, heeft aangespijkerd) met spijkers aanhechten. Tgst. losslaan

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

aanspijkeren

Aanspijkeren - (spijkerde aan, heeft aangespijkerd), met spijkers vasthechten; voortmaken met spijkeren. AANSPIJKERING, v. (-en).

Gerelateerde zoekopdrachten