Wat is de betekenis van aanspeten?

(speette aan, heeft aangespeet), aan een spit steken (en zo braden): een haas aanspeten ; — paling aanspeten, dunne mootjes gebakken paling ten verkoop dwars aan een houtje rijgen; — schar aanspeten, ze aan een touwtje rijgen, om ze te laten drogen.

aanspeten - Werkwoord 1. (ov) aan een spit rijgen ♢ Zij speetten het vlees aan en hingen het boven het vuur. Woordherkomst samenstelling van aan(voorzetsel) en speten(werkwoord)

speette h. -gespeet (1 aan het spit steken om te braden; 2 aan een houtje rijgen ten verkoop); 1 een haas -; 2 mootjes gebakken paling -.

('a:n) (speette aan, heeft aangespeet) 1. aan het braadspit steken : een haas -. 2. aan een houtje ten verkoop aanrijgen : gebakken vis -.

Aanspeten - (speette aan, heeft aangespeet), aan het spit steken en zoo braden: eenen haas; - paling aanspeten: dunne mootjes gebakken paling ten verkoop aan een houtje rijgen; - schar aanspeten: scharren aan een touwtje rijgen, om ze in de zon te laten drogen.