Wat is de betekenis van aanslingeren?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Aanslingeren

(slingerde aan, heeft en is aangeslingerd), 1. (overg., w. g.) toeslingeren; 2. (onoverg.) waggelende aankomen, meest van beschonkenen gezegd.

2025-07-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

aanslingeren

('a:n) (slingerde aan, aangeslingerd) 1. (heeft) naar iemand toeslingeren : iemand het uiteinde van een touw -. 2. (is) slingerend naderen: daar komen twee dronken matrozen -.

2025-07-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

aanslingeren

aan'slingeren (slingerde aan, heeft en is aangeslingerd), 1. (onoverg.) waggelend aankomen, meest van beschonkenen gezegd; 2. met de slinger op gang brengen; vandaar 3. zorgen dat iets op gang komt: dat punt moeten we op de volgende vergadering maar eens —.

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

aanslingeren

Aanslingeren - (slingerde aan, heeft en is aangeslingerd), slingerend toewerpen; waggelende aankomen.

2025-07-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)