Aanschoffelen
(schoffelde aan, heeft aangeschoffeld), (opnieuw) met de schoffel bewerken, met de schoffel in orde brengen.
Van Dale Uitgevers (1950)
(schoffelde aan, heeft aangeschoffeld), (opnieuw) met de schoffel bewerken, met de schoffel in orde brengen.
Veerman (1954)
1. Opnieuw en grondig loshakken ter vernieling van het onkruid. 2. Spoed maken met schoffelen.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
M. J. Koenen's (1937)
schoffelde -, h. -geschoffeld (de paden, een bed met de schoffel bewerken, opnieuw schoffelen); paden wat —, om het onkruid te verwijderen.
Jozef Verschueren (1930)
('a:n) (schoffelde aan, aangeschoffeld) I. (heeft) 1. in zover het nodig is schoffelen : een pad -. 2. snel(ler) schoffelen. II. (is) schoffelend, schuivend naderen : daar komt de oude stakker -.
J.H. van Dale (1898)
Aanschoffelen - (schoffelde aan, is en heeft aangeschoffeld), langzaam en sleepvoetend aankomen; - opnieuw, geheel en al schoffelen (den tuin, de paden); spoed maken met schoffelen. AANSCHOFFELING, v. (-en).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: