Wat is de betekenis van aanmarcheren?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Aanmarcheren

(marcheerde aan, heeft en is aangemarcheerd), 1. in zekere richting of naar een bepaald doel marcheren : onverschrokken hebben de onzen op de vijand aangemarcheerd (handeling); de troepen zijn reeds tot de verschansing aangemarcheerd (plaatsverandering); 2. snel marcheren ; 3. beginnen te marcheren.

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

aanmarcheren

('a:n) (marcheerde aan, heeft en is aangemarcheerd) 1. beginnen te marcheren. 2. in een bepaalde richting marcheren. 3. snel(ler) marcheren.

Gerelateerde zoekopdrachten